Een onteigening is gebonden aan heel wat voorwaarden

Het Onteigeningsdecreet van 24 februari 2017 stelt één overkoepelende onteigeningsregeling voor alle onteigeningen binnen het Vlaamse Gewest voorop.

Volgens het Onteigeningsdecreet is een onteigening enkel mogelijk:

  • ten algemenen nutte
  • indien daartoe een uitdrukkelijke wettelijke of decretale rechtsgrond is voorzien
  • als dit noodzakelijk is
  • nadat daartoe de volgens dit decreet bepaalde procedures werden gevolgd
  • tegen een billijke en voorafgaandelijke schadeloosstelling

Bestuurlijke fase

De onteigenende instantie maakt een voorlopig onteigeningsbesluit op dat de volgende elementen bevat: 

  • de omschrijving van de te onteigenen onroerende goederen of de te onteigenen zakelijke rechten 
  • de vermelding van de onteigenende instantie
  • de rechtsgrond voor de onteigening
  • de omschrijving van het onteigeningsdoel van algemeen nut
  • de omschrijving en de motivering van de onteigeningsnoodzaak

De onteigenende instantie moet eerst een aantoonbare poging via onderhandelingen ondernemen om het te onteigenen onroerend goed minnelijk te verwerven. 

De onteigenende instantie organiseert na de opmaak van een voorlopig onteigeningsbesluit een openbaar onderzoek over de voorgenomen onteigening. 

De eigenaars van het te onteigenen onroerend goed kunnen tijdens het openbaar onderzoek hun bezwaren over hetvoorlopige onteigeningsbesluit indienen. 

Tijdens het openbaar onderzoek kan ook een verzoek tot zelfrealisatie worden ingediend.

Na afloop van het openbaar onderzoek stelt de onteigenende instantie al dan niet een definitief onteigeningsbesluit vast. 

Dit besluit kan door de belanghebbenden worden bestreden bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen.

Gerechtelijke fase

De zaak wordt bij dagvaarding aanhangig gemaakt bij de vrederechter, met inachtname van een dagvaardingstermijn van vijftien dagen. 

Op de inleidingszitting moet de gedagvaarde partij meedelen of zij de wettigheid van de onteigening al dan niet betwist. 

De vrederechter doet binnen drie maanden na de inleidingszitting uitspraak over de wettigheid van de onteigening.

Wanneer de vrederechter oordeelt dat de onteigening wettig is, stelt hij in dat vonnis de deskundige aan en omschrijft hij diens opdracht met betrekking tot de opmaak van een adviserend verslag over de definitieve vergoeding. 

Binnen vijftien dagen na het overmaken van de plaatsbeschrijving door de deskundige, doet de vrederechter uitspraak over de provisionele vergoeding.

Na het overmaken van het deskundig eindverslag houdende het advies over de definitieve vergoeding, kan de meest gerede partij de vrederechter om de instaatstelling verzoeken van de beoordeling van de definitieve onteigeningsvergoeding. 

De vrederechter doet uitspraak over de definitieve onteigeningsvergoeding binnen vijf maanden volgend op het verzoek tot instaatstelling.

Hoger beroep

Tegen de vonnissen waarbij de vrederechter uitspraak doet over de wettigheid van de onteigening en over de definitieve onteigeningsvergoeding staat hoger beroep open bij de rechtbank van eerste aanleg.

Met de bijstand van een gespecialiseerd raadsman kan u nagaan of het bestuur de procedurele voorschriften wel heeft gevolgd, en of de voorgestelde vergoeding wel volstaat.

Contacteer een
advocaat onteigeningsrecht
in uw regio.

Vraag vrijblijvend advies.

Deze advocaten staan voor:

  • Een duidelijke en open communicatie
  • Juridisch advies op basis van jarenlange ervaring in het gevraagde rechtsgebied
  • Een oplossingsgerichte instelling
  • Persoonlijke betrokkenheid in uw dossier
  • Transparante vergoedingen